"Hij doet dezelfde zetten als u en ik, alleen, hij wint ermee." Aan dit citaat over oud-wereldkampioen Smyslov moest ik denken, toen ik op de website van de KNSB het gesprek met Jorden van Foreest, de glorieuze winnaar van het Tata Steeltoernooi, terugkeek. Het citaat zal in zoverre juist zijn dat wij schakers allemaal binnen de regels van het spel onze stukken verplaatsen en die van anderen van het bord nemen, maar het verschil zit 'm dan net in dat éne goede idee op dat éne moment dat wij achteloos iets anders zouden hebben gespeeld. 

En toch... De winnaar bracht zijn toernooi als een aaneenschakeling van gelukjes, gepaard aan een toenemende dosis zelfvertrouwen. En is dát niet wat wijzelf ook als volstrekte amateurs meemaken? Het ene seizoen lijkt ons geluk onuitputtelijk, en slagen al onze riskante pionoffers, wilde aanvallen en subtiele verdedigingen, het andere willen we maar niet ontsnappen aan de man met de hamer en zien wij telkens net die éne zet in onze vooruitberekening over het hoofd. Van Foreest besprak een aantal hachelijke momenten waarvan ik me er twee herinner: zijn toreneindspel in de eerste ronde tegen Caruana dat hij maar ternauwernood remise hield ( "alle toreneindspelen zijn remise", volgens Averbach, maar misschien zijn sommige minder remise dan anderen?) en zijn bijna-fout tegen Duda waar zijn hand al naar het paard ging om op g2 toe te slaan, toen hij zag dat er een onderste-rijcombinatie in zat die hem pardoes de partij zou kosten. En hij noemde ook de momenten dat zijn voorbereiding precies dát opleverde wat hij ervan had verwacht. Al met al was een belevenis om zo het wel en wee van een winnaar te mogen horen. Hulde Jorden, hulde KNSB, dank ook aan Stefan Kuijpers, de anchorman die het geheel kundig in goede banen leidde en ons al het hele toernooi dagelijks een half uurtje door de ronde van dag meegenomen had.

Het gesprek gaf inzicht in hoe een grootmeester denkt, en eigenlijk wijkt dat niet eens zoveel af van de wijze waarop wijzelf stellingen beschouwen. Het grote verschil zit 'm zonder twijfel in snelheid, diepte en inschattingsvermogen, maar hoe vaak speel je een bepaalde zet níet omdat er dan een stelling ontstaat die je niet vertrouwt? En waarop is dat oordeel dan gebaseerd? Het viel me op dat zijn denkwijze daarin niet eens zoveel verschilt van de mijne, zijn denkkracht is een heel ander verhaal.... 

Tenslotte viel me nog één ding op: hij werkt hard aan zijn spel, nodig natuurlijk, maar hij heeft er ook plezier in. En dat laatste ervaar ik zelf ook. Niets zo leuk als achter dat bord zitten en je eigen ideeën (en tijdens een partij: ook die van de ander) tot leven zien komen. Inmiddels ben ik in de positie dat ik thuis permanent een bord kan laten staan. Altijd leuk om er een bepaalde stelling op te zetten en daar een aantal keren per dag even langs te lopen. Even de schoonheid van de stukken en de compositie op me in laten werken. Af en toe (we blijven amateurs hè?) even een stukje doorspelen en dan weer verder met mijn dagelijkse bezigheden. 

Het bord trekt. Nu nog een speelzaal waar we elkaar mogen ontmoeten...

Frank Hoogenboom