Het eerste leed een grote thuisnederlaag tegen Philidor Leeuwarden III: 2,5-5,5. Voor Philidor ligt de weg naar het kampioenschap nu open.
De uitslag was - het moet gezegd - meer dan verdiend al had het teamleider Frans Westermann wederom niet meegezeten. Dit keer meldde zijn derde-bordspeler Johan ten Napel zich kort voor de wedstrijd met griep af. Dan zelf maar achter dat bord gekropen en warempel. daar hield hij het lang vol, maar helaas niet lang genoeg. En hij was niet de enige. Aan het eind van de avond was er alleen winst voor ondergetekende... (zie de rubriek Partijen).


Rob Kamminga zat aan bord twee al binnen een uur tegen een rokende puinhoop aan te kijken en de vervanger van Johan, Leendert Plat, werd aan bord 8 weggecombineerd. Tiemen de Jong probeerde het aan bord 6 weer in zijn bekende koffiehuisstijl en kwam een end, maar liep zich tenslotte toch tegen een hecht front stuk. Aan bord 5 had Frans Brouwer het moeten doen en hij kwam ook een eind, een kwaliteit voor zelfs, maar wist het resterende toreneindspel met 2 pionnen en later een pion meer uiteindelijk niet te winnen. Toen dat gebeurd was, was al duidelijk dat er deze avond geen eer te behalen viel voor de trotse koploper en dat er geen revanche voor de bekernederlaag in zat. Aan bord 1 had Timo Koffeman een goede kans gemist waarna hij in remise moest berusten. Datzelfde resultaat boekte Tromp-Willem van Urk aan bord 7, maar wel nadat hij de hele partij met de rug tegen de muur had gestaan en zijn tegenstander in een dame-eindspel met twee pionnen meer niet meer zag hoe hij aan eeuwig schaak moest ontkomen. De enige die de malaise ontsteeg was uw verslaggever en ook dat was niet vanzelfsprekend. Een wat tamme openingsbehandeling bracht me in een nadelig middenspel waarin ik met wat speculatie plotseling een prachtige kans in de schoot geworpen kreeg. Toen mijn tegenstander daar van schrik een mindere zet op liet volgen, kon ik het heft stevig in handen nemen om niet meer los te laten. Zie de rubriek Partijen.